Ga met je dierenarts op zoek naar dragers
Paarden met droes, paarden herstellend van droes en droesdragers zijn de belangrijkste besmettingsbronnen van droes. Dragers zijn paarden die ooit de droesbacterie hebben opgepikt en hem daarna nog langdurig bij zich dragen. Dragers verspreiden met tussenpozen de bacterie en besmetten zo andere paarden, zonder daar zelf ziek van te worden.
Heb je regelmatig een droesuitbraak op je bedrijf? Bespreek met je dierenarts de mogelijkheden om op zoek te gaan naar droesdragers. Overdracht gebeurt door direct neus-neuscontact en hoesten op korte afstand en indirect contact bijvoorbeeld via handen van verzorgers of het delen van drinkwater.
Infectiebronnen droes
- Zieke dieren
- Herstellende dieren
- Dragers
- Besmette gebruiksvoorwerpen
- Stalvloeren, hekken, drinkbakken, box wanden en -randen
Tips om besmetting op wedstrijden of keuringen zoveel mogelijk te beperken:
- Laat vreemde paarden niet neuzen met jouw paard.
- Gebruik altijd eigen voer- en wateremmers en deel die niet met andere paarden.
- Geef je paard vers kraanwater en laat het niet uit gezamenlijke waterbakken drinken.
- Was je handen na het aanraken van een ander paard voordat je je eigen paard weer aanraakt.
- Geef elk paard een eigen halster, poetsspullen, harnachement, dekens etc.
- Attendeer anderen erop dat zij ook de nodige hygiënemaatregelen in acht nemen voordat ze jouw paard aanraken.
Belangrijke maatregelen bij een droesuitbraak op stal
- Verdenk je je paard van droes? Isoleer het dan onmiddellijk en laat de dierenarts komen.
- Informeer, na bevestiging van de diagnose, naburige paardenbedrijven en paardenhouders.
- Laat je goed door je dierenarts adviseren en creëer drie groepen: zieke dieren, (mogelijke) contactdieren en gezonde dieren.
- Vermijd neus-neuscontact tussen deze groepen en gebruik aparte materialen voor elke groep.
- Laat paarden met droes verzorgen door aparte verzorgers, die daarna niet bij de gezonde paarden komen.
- Temperatuur alle paarden uit de gezonde groep en de contactgroep tweemaal per dag. Verplaats paarden met koorts onmiddellijk naar de zieke groep.
- Stop per direct alle paardenbewegingen van en naar het bedrijf tot 6 weken nadat de laatste ziektesymptomen zijn verdwenen.
- Bespreek met je dierenarts of het mogelijk is om (een deel van) de paarden te laten vaccineren.
- Laat één dierenarts de leiding nemen, samen met jou of een andere staleigenaar of beheerder.
- Zorg dat de genomen maatregelen goed gecommuniceerd worden naar alle betrokkenen.
De dierenarts vervult een belangrijke rol in het leven van je huisdier. Voer je locatie in om verbonden te worden met een specialist in uw buurt
VIND EEN DIERENARTS DICHTBIJBNL-EQU-220200001