Suikerziekte bij honden

Suikerziekte – ofwel diabetes mellitus, de medische naam voor suikerziekte – is een aandoening die wordt veroorzaakt door een tekort aan insuline, wat invloed heeft op het bloedglucosegehalte (de bloedsuikerspiegel) van je hond. Suikerziekte is een chronische aandoening die helaas niet te genezen is. Toch is de ziekte in het algemeen goed te behandelen; zeker bij een snelle diagnose en met hulp van je dierenarts.

Te weinig insuline.

Insuline regelt de bloedsuikerspiegel en wordt aangemaakt in de alvleesklier. Als er te weinig insuline is, blijft er te veel glucose achter in het bloed. Op dat moment is er sprake van suikerziekte. Bij suikerziekte is het glucosegehalte in het bloed dus verhoogd.

Wat is de kans dat mijn hond suikerziekte krijgt?

Suikerziekte bij honden komt met regelmaat voor. Sommige factoren verhogen het risico op de ziekte:

Leeftijd. Suikerziekte komt meer voor bij honden van middelbare leeftijd en oudere honden dan bij jonge honden.

Zwaarlijvigheid. Overgewicht is bij dieren een risicofactor voor de ontwikkeling van suikerziekte.
Het niet steriliseren van teven. Niet-gesteriliseerde teven ondervinden de invloed van bepaalde hormonen die het glucosegehalte langdurig verhogen, wat op die manier de ziekte kan veroorzaken.
Gebruik van bepaalde geneesmiddelen. De toediening van bepaalde geneesmiddelen (zoals medicijnen met bijnierschorshormonen of sommige middelen tegen loopsheid) kan verstoringen van het suikermetabolisme in het lichaam veroorzaken.
Erfelijkheid. Er wordt gedacht dat erfelijkheid een rol kan spelen.
Bepaalde rassen. Sommige rassen zijn vatbaarder voor suikerziekte dan andere, zoals Cockerspaniëls, Cavalier King Charles-spaniëls, Teckels, Miniatuurpoedels, Samojeeds, Rottweilers, Beagles en Schnauzers.

Wat zijn de symptomen van suikerziekte?

Suikerziekte uit zich op verschillende manieren. Vertoont je hond één van de volgende symptomen? Mogelijk is er dan sprake van suikerziekte. Vraag je dierenarts om advies of voor het stellen van de juiste diagnose.

Buitensporige dorst
Veel plassen
Gewichtsverlies ondanks een goede eetlust

Hoe is de ziekte te behandelen?

Hoewel er geen enkel medicijn is om de ziekte te genezen, kan een hond met suikerziekte toch een normaal en actief leven leiden. De ziekte is over het algemeen goed te behandelen; zeker bij een snelle diagnose en met hulp van je dierenarts. Als bij je hond suikerziekte wordt vastgesteld, moet je hem dagelijks (vaak 2x per dag) insuline toedienen om de hoeveelheid glucose in het bloed te reguleren. De hoeveelheid insuline die nodig is, varieert van dier tot dier. Insuline kan je toedienen met een insulinespuit of met een insulinepen. De vereiste dosis en het behandelplan wordt door je dierenarts bepaald. De behandeling van suikerziekte bij je hond vergt misschien inspanning, maar het is echt de moeite waard! Huisdieren waarbij de suikerziekte onder controle is, kunnen een goed leven leiden. Hun gewicht is doorgaans stabiel en de kans op complicaties is kleiner.

TIP: Misschien zie je er tegenop om je huisdier te injecteren. Vraag je dierenarts of dierenartsassistente dan om advies en tips.

Aanpassingen in voer en levensstijl

Naast het toedienen van insuline moeten er ook enkele andere veranderingen doorgevoerd worden:

Ga regelmatig en het liefst op dezelfde tijdstippen wandelen.
Houd je hond op een gezond gewicht en neem bij een onverwachte gewichtstoename of
-afname contact op met je dierenarts.
Geef je hond dagelijks (dieet)voer in dezelfde hoeveelheid en samenstelling;
bij voorkeur steeds op hetzelfde tijdstip.
Dien de insuline toe net nadat je hond heeft gegeten.

Omdat de insulinedosis afhangt van de hoeveelheid voeding die je je dier elke dag geeft, is een regelmatige voeding belangrijk. Ook voor het samenstellen van een voerschema kan je dierenarts je goed adviseren!